Het Urkers (vernederlandst Urks) is het dialect gesproken op Urk. Het behoort met het Eemlands en het West-Veluws tot het overgangsgebied tussen het Nedersaksisch en het Nederfrankisch. Het dialect is ondanks deze verwantschappen uniek van karakter. Sinds de late negentiende eeuw hebben veel taalwetenschappers zich ermee beziggehouden.
De oude discussie luidt of het Urkers een Frankisch of een Saksisch dialect is. Andere indelingen worden incidenteel ook gebruikt (zie onder). Saksische elementen zijn het zwakke prefix e- in plaats van ge- in voltooide deelwoorden (ewarekt), de verkleuring van aa naar oa en de duidelijke uitspraak van de -n. Typisch Frankisch is het eenheidsmeervoud op -en (en niet op -t; wiej wareken). Umlaut in verkleinwoorden komt voor, maar niet als regel.
Zeer waarschijnlijk is het Urkers het meest vitale dialect in heel Nederland. Daar Urk een zeer hechte gemeenschap is met zeer weinig immigratie spreekt zo goed als iedereen het dialect nog onder elkaar. Het heeft een relatief hoog prestige en wordt in alle informele situaties gebruikt, ook tegen vreemdelingen. Verhuisde Urkers blijven het dialect nog lang onder elkaar gebruiken, soms zelfs tegen de bewoners van hun nieuwe woonplaats. Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt het vrij regelmatig opgeschreven. Er zijn onder meer bijbelfragmenten in het Urkers vertaald, maar in het orthodoxe dorp ziet men ervan af deze bijvoorbeeld tijdens kerkdiensten te gebruiken: dit zouden velen als blasfemie opvatten. Er is een levendige dialectkring.